Dag 14 - Er op uit met de scooter
Dag 14 - Er op uit met de scooter
Ook deze ochtend werden we al weer vroeg gewekt door het heerlijke zonnetje dat ons huisje binnen scheen. Na een lekker ontbijtje met uitzicht op zee, zijn we richting de receptie van het hotel gelopen. En ja hoor, onze scooter stond start klaar. Na wat lol met de helmen, zijn we op weg gegaan. We hadden besloten nog verder richting het westen te rijden, om ook dit gebied verder te gaan verkennen.
Al snel kwamen we er achter dat het bedrijf waar we de scooters hadden gehaald de tank niet vol had afgeleverd maar bijna leeg. Gelukkig vonden we al snel langs de kant van de weg een klein kraampje waar de benzine gewoon in een soort melkflessen verkocht werden. Prima, na een paar flessen konden wij dan ook weer vooruit. Benzine kost hier trouwens bijna niets 0,40 cent per liter, dat scheelt zo’n 1,5 euro met Nederland per liter op dit moment.
We vervolgende onze weg naar het uiterste puntje van het westen van Bali, hier kwamen we aan bij de haven. Dit bleek een industrie haven te zijn en hier kon je tevens de boot pakken richting het eiland Java. We hebben even vlug nog wat rupiah’s gepind en verbranden toen al bijna onze billen aan de heet geworden zadels van de scooter die in de zon stond te bakken. We vervolgende onze trip. Onze route ging langs het nationale park van Bali op. Dit is een groot beschermd natuurgebied, welke je ook alleen mag en kan betreden te voet onder begeleiding van een ervaren gids. In het verleden leefde hier ook de balinese tijger, maar die is sinds 1930 niet meer op Bali gezien en hoogst waarschijnlijk uitgestorven. Als je heel veel geluk hebt vind je nog wel de hoogst zeldzaam Balinese spreeuw ‘Bali Starling’. Deze vogel komt alleen in Bali voor en hiervan zijn er nog maar 20 of 30 van over, ondanks een intensief fokprogramma. We zijn onderweg even gestopt bij een oorlogsmonument in de buurt van Cekik wat stond voor de oorlog in Bali waar ook de Nederlanders bij betrokken waren.
Na een donatie zijn weer vertrokken richting iets meer het zuiden van Bali, naar Negara. Hier worden 2 keer per jaar in de zomer waterbuffelraces gehouden dwars door de stad, voor de rest is de stad voor de meeste onbekend en ook hier is dus geen toerist te bekennen ondanks dat het best een grote stad is. We hebben hier eerst een klein marktje bekeken maar waren al snel te bezweet dat we ergens bij een lokaal bakkertje even wat hebben gedronken en geluncht. Naast onze bakkertje was een grote winkel, waar het druk was van de locals. Het bleek de grootste supermarkt keten van Bali te zijn welke in diversen steden in Bali te vinden was. Dit was dan ook de plek voor de Balinezen om naast de markten hun dagelijks boodschappen te doen. Dit was wel alleen maar voor de iets rijkere Balinezen, want echt geld voor een maaltijd behalve rijst en kip hebben de meeste niet, laat staan dat ze uitgebreid elke week kunnen gaan winkelen zoals wij dat gewend zijn in Nederland. De prijzen in de winkel waren dan ook goedkoop. Wij hebben er even wat flessen water ingeslagen voor onderweg en zijn toen weer op weg gegaan richting het dorpje Mendaya. Na 3 keer verkeerd gereden te zijn, kwamen we bij het goede zandstraatje uit, waar we zijn ingeslagen. Deze weg leidde ons naar de zee, we kwamen vervolgens langs een huisje waar net een lading kwakende eenden werden uitgeladen uit de kooien van een vrachtwagen. We vervolgde onze weg langs het strand. Om de honderd meter stonden er weer een paar koeien van een lokale boer op het strand wat een erg grappig gezicht was. De boeren in Bali zijn heel blij met hun dieren, ze laten deze dan ook allemaal uit zoals wij dit met bijvoorbeeld een hond als huisdier doen. Laatst zagen we dan ook al een man die zijn eenden op de berg uit liet, en ook nu worden de koeien lekker aan een touwtje uit gelaten op straat, het blijft een mooi gezicht.
Na een kort ritje langs de zee op, kwamen we bij een vrij onbekende maar wel prachtig liggende tempel uit, genaamd Pura Rambut Siwi. Deze tempel lag op de rand van een steile rots en uitzicht vanaf hier was dan ook echt geweldig. Er waren een paar balinezen aanwezig en voor de rest was er alleen maar rust. Het bestond uit 3 kleinere tempels. In de eerste (dit heeft nog niemand ooit gezien) wordt een pluk haar van de Niratha (de priester die heeft aangezet tot het bouwen van diversen tempels langs deze kust) bewaard. Ook wij mochten hier natuurlijk niet bij. De tweede tempel lag wat lager en was een stuk kleiner. Voor de derde tempel moest we een lange klim langs de rotsen naar beneden trotseren. We kwamen op een strand waar we 2 grote grotten in de rotsen zagen. Naar men zegt woont in de eerste grot een draak en loopt de andere helemaal door tot aan Singarja (de andere kant van het eiland). We konden zelf niet zo dichtbij komen aangezien het nogal bouwvallig was, waarschijnlijk door de aantasting van de zee. Nadat we nog even hebben genoten van het uitzicht vanaf de tempel, zijn we met onze scooter weer vertrokken richting Pemuteran. Het begon al te schemeren.
Voor ons probeerde een touringcar in alle s-bochten vrachtwagentjes in te halen, met gevaar voor eigen leven en voor die van andere. Echt levensgevaarlijk ging hij op de rechtse kant van de weg rijden (ja wij rijden hier nog steeds links), en probeerde zo diversen malen de vrachtwagens voor hem in te halen ondanks het tegenverkeer van scooters en enkele auto’s. We zagen dit dan ook soms maar net goed gaan, en scootertjes die de berm in werden afgesneden omkijken wat die chauffeur aan het doen was. Na deze dollemansrit was de touringcar door zijn tempo uit ons zicht geraakt en konden wij onze rit weer normaal verder vervolgen, net als de andere weggebruikers. Het laatst stuk langs en deels door het nationaal park was het heerlijk rustig op de weg en konden we lekker doorrijden. De scooters zijn hier niet begrensd zoals in Nederland en wij kregen ook nog eens een 110 cc (Honda voor de geïnteresseerde), dus dat reed behoorlijk lekker door haha en dat moest ook wel anders was het nog steeds te heet, en dat briesje kwam nu goed van pas.
In de buurt van het dorpje bij ons hotel zijn we gestopt bij een leuk lokaal restaurantje. Hier kregen we geserveerd op grote hoge handgemaakte bamboe borden. We hadden heerlijke balinese loempia’s en verschillende soorten kip en rijst, met de nog altijd heerlijk pittige sambal. Nadat we weer lekker gesmuld hadden hebben we aan het eind van de avond onze scooter terug gebracht, het winkeltje was dan ook nog steeds open. Ze brachten ons achterop hun scooters terug naar ons hotel, en dat scheelde ons weer een behoorlijk stukje lopen. Eenmaal bij ons hotel was het al laat en zijn we lekker gaan slapen.
0 Reacties
- Er zijn (nog) geen reacties geplaatst. We vinden het leuk als je een reactie achter laat. Ben de eerste die een reactie plaatst.
Plaats een reactie